De meteorologische lente van maart tot en met mei was voor de meeste regio’s in Limburg de op-één-na zonnigste lente.
Alleen de ”corona-lente” van 2020 was nog iets zonniger en deze recordzonnige lente van vijf jaar geleden hebben we uitgebreid hier beschreven:
Op het KNMI-weerstation Ell bij Haler in de gemeente Leudal bedroeg de totale zonneschijnduur tijdens de drie lentemaanden dit jaar 761 uur, tegen normaal 793 uur in de lente van 2020.
Het KNMI-weerstation op vliegveld Beek meldde dit jaar in de meteorologische lente in totaal 756 zonuren en alleen de lente van 2020 was daar zonniger met totaal 786 zonuren.
Een uitzondering is het KNMI-weerstation Arcen want daar was de lente van 2025 wel recordzonnig met totaal 775 uur zonneschijn.
De meteorologische lente van 2020 gaf daar in totaal 761 uur zonneschijn.
Het langjarig gemiddelde voor de meteorologische lente is in Limburg circa 530 zonuren.
De lentemaanden maart en april tezamen wel overal in Limburg recordzonnig: https://www.meteolimburg.nl/maart-en-april-tezamen-recordzonnig
April 2025 was de op-twee-na zonnigste april en maart 2025 de op-één-na zonnigste maart:
https://www.meteolimburg.nl/recorddroge-en-op-n-na-zonnigste-maart-in-limburg
Maart 2025 was tevens ook recorddroog met over de hele maand slechts enkele millimeters regen. Daarna viel er tot half april geen druppel regen.
Vanaf half april viel er zo’n tien dagen lang regen van betekenis.
Een breed gebied in Noord-Limburg tussen de gemeenten Bergen en Venlo was de natste regio van ons land, met over april neerslagtotalen die (bijna) het dubbele van normaal waren.
Daarna viel er eind april en in mei tot en met de 23-ste opnieuw geen druppel regen.
Op zo'n 70 dagen van de ruim 90 lentedagen viel 0,0 mm regen.
Van 24 tot en met 31 mei viel er regen van betekenis.
De erg hoge zonneschijnduur zorgde voor een hoge (potentiele) verdamping en nauwelijks regen waardoor het potentieel neerslagtekort (vanaf 1 april bij het begin van het groeiseizoen) op 23 mei, voor de regenval op het einde van deze bloeimaand, op de meeste plaatsen in Limburg was opgelopen tot ruim 100 mm.
Uit langjarige metingen na de Tweede Wereldoorlog in de regio Kessel-Beesel was het potentieel neerslagtekort op 23 mei alleen in 2020 en 2011 nog hoger dan in 2025.
Het doorlopend potentieel neerslagtekort of -overschot wordt verkregen door dagelijks het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping vanaf 1 april, het begin van het groeiseizoen. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd. Als er meer water verdampt dan er regen valt, is er een neerslagtekort.
Als er bijvoorbeeld op een dag 1 mm regen valt en de verdamping bedraagt 3 mm, dan is het neerslagtekort (t.o.v. de potentiële verdamping) op deze dag 2 mm. Als er de volgende dag 2 mm regen valt en de verdamping is 5 mm, dan was het tekort op deze dag 3 mm. Na twee dagen is het neerslagtekort dus 2+3=5 mm. Dit wordt gedurende het groeiseizoen dagelijks opgeteld.
De verdamping wordt berekend en als begroeiing niet meer kan verdampen door een uitgedroogde grond, wordt er toch een potentiele verdamping weergegeven. Vandaar dat het woordje potentieel erbij hoort, wat in veel berichten wordt weggelaten.
De meteorologische lente van maart tot en met mei was in Limburg droger dan gemiddeld (=150-160 mm).
De minste regen viel in: Stein met 72 mm, Beek en Schinnen 74, Stramproy 75 en Berkelaar met 78 mm.
Voor het laatst in een lente viel in grote delen van Limburg in 2022 minder neerslag dan dit jaar.
De meeste regen werd tijdens de lente van 2025 opgevangen in Tienray met 157 mm.
Naast extreem zonnig en droog was de lente van 2025 op het KNMI-weerstation op vliegveld Beek, waar sinds 1946 gemeten wordt, de op-vier-na warmste lente. De meteorologische lente van 2007 blijft recordwarm, en ook de lentes van 2011, 2018 en vorig jaar 2024 waren iets warmer dan dit jaar.
De hoogste temperaturen van de warme lente van 2025 werden in Limburg gemeten op 1 en 2 mei met maxima van 28 à 29 graden.
Op zaterdag 31 mei werd het 27 tot lokaal 29 graden en toen was het broeierig warm. Dit werd later op de dag in Noord- en Midden-Limburg gevolgd door zware onweersbuien, met lokaal veel regen en hagelstenen tot 4 à 5 centimeter doorsnede met schade.
In de regio tussen Maasbracht en Herkenbosch/Meinweg viel die dag 50 tot ruim 70 mm regen, met hier en daar wateroverlast.
Vooral door deze laatste regenval was mei op enkele plaatsen in Limburg iets natter dan gemiddeld (circa 60 mm) met in Sint Odiliënberg totaal 83 mm, Tienray 73, Melderslo 70, Swolgen 66, Broekhuizenvorst en Horst 63 mm.
Vooral in delen van Zuid-Limburg was mei met totaal iets minder dan 30 mm duidelijk droger dan normaal.
Op een meetpunt van Meteo Limburg op de grens van Noord- en Midden-Limburg (zandgrond) is het grondwater in mei met 25 centimeter gedaald.
Het grondwater stond daar eind mei 2025 ongeveer 70 centimeter lager dan vorig jaar eind mei, maar 20 centimeter hoger dan eind mei 2023 en 40 à 50 centimeter hoger dan op het einde van de meimaanden 2020 t/m 2022.