IJsheiligen brengen dit jaar koud weer 

12 mei 2020 - Dit jaar brengen de IJsheiligen (11 t/m 14 mei) koud weer met zich mee: temperaturen dik onder normaal.

Gisteren werd met een stevige noordelijke wind arctische lucht aangevoerd die afgelopen vrijdag nog aanwezig was boven de ijskap van Noordoost-Groenland.

In deze arctische lucht kwam het in de nacht naar 12 mei tot lichte vorst.

Voor het KNMI-weerstation Beek-luchthaven was het zelfs de koudste nacht voor de tweede IJsheiligendag: +0,5 graden op 1,5 meter hoogte. In de lager gelegen gebieden in Limburg was het kouder.

Overigens wordt op de luchthaven na de Tweede Wereldoorlog continu gemeten. Daarvoor stond in het Maasdal in de stad Maastricht ook een KNMI-weerstation. Metingen van dit weerstation zijn "gecorrigeerd" voor het luchthavenplateau, maar dit zijn dus geen metingen. Meteo Limburg gaat uit van zuivere metingen in Maastricht t/m 1945 en op de luchthaven bij Beek sinds 1946. Het zou goed zijn, om verwarring te voorkomen, dat dit ook in de landelijke media gebeurd.

Dat het juist tijdens de IJsheiligen koud wordt, gebeurt overigens meestal niet.

Dit blijkt als we kijken naar de langst lopende temperatuurmeetreeks van Limburg, die van het KNMI-weerstation op de Zuid-Limburgse luchthaven bij Beek (metingen sinds 1946).

De grafiek laat per meidag de gemiddelde minimumtemperatuur over de afgelopen 74 jaren zien. Ten op zichten van de trendlijn is een temperatuurdipje juist net na de IJsheiligen op 15 en 16 mei te zien. Ook van de 19 tot en met 23 mei zijn de minima niet hoger dan de trendlijn.

IJsheiligen eigenlijk tien dagen later 

De ijsheiligen Sint Mamertus (feestdag 11 mei), Sint Pancratius (12 mei), Servatius (13 mei) en Bonifatius (14 mei) staan de laatste eeuwen eigenlijk op de verkeerde data door de kalenderhervorming van de Juliaanse naar de Gregoriaanse kalender in 1582, waarbij tien dagen werden overgeslagen. Alles schoof als het ware tien dagen op naar achteren, en zo werd in Limburg in 1582 11 mei ook opgeschoven naar 21 mei. Echter, de ijsheiligen behielden hun oude data, maar zouden eigenlijk dus ook tien dagen opgeschoven moeten worden. En dan staan ze na de kalenderhervorming, dus op onze huidige kalender, uit op de data 21 tot en met 24 mei.

Hierdoor moet men veruit de meeste weerspreuken die aan data gebonden, zoals van veel heiligen, met een korreltje zout nemen. Deze weerspreuken, bijvoorbeeld ”als het regent op Sint-Jan (naamdag/feestdag 24 juni) dan regent het veertig dagen lang”, zijn eigenlijk van toepassing voor tien dagen later En dan nog.

In 1941 en 1953 pittige IJsheiligenvorst 

Kijken we naar de nu nog langst lopende temperatuurmeetreeks van het KNMI-weerstation op de luchthaven bij Beek, metingen sinds 1946, dan blijkt dat het op normale waarnemingshoogte (1,5 meter) slechts op één ijsheiligendag iets vroor: op 11 mei 1953 met een minimum van -0,5 graden.

In de Tweede Wereldoorlog kwamen we nog dit krantenbericht tegen van het Dagblad voor Limburg en Oostelijk Noord-Brabant-De Nieuwe Koerier/Maas- en Roerbode over de ijsheiligenvorst van 12 mei 1941: ”In den afgeloopen nacht heeft het zoo sterk gevroren, dat verscheidene velden hedenmorgen bij het dagen geheel wit zagen. Vooral de vroege aardappelen hebben geleden; sommige akkers zien zwart. De bloeitijd der fruitboomen, die toch al eenige weken later inging dan andere jaren, houdt door het koude weer nog steeds aan.”

foto: Jessie van Neer

Vorst aan de grond 

Zeker sinds 1988, toen de jaren opvallend warmer werden (klimaatsprong), brachten de IJsheiligen (die dus op de verkeerde data staan) nog minder vorst. In Beek is géén IJsheiligenvorst op anderhalve meter gemeten. Wel was er af en toe vorst aan grond.

Het KNMI-weerstation Ell-Haler in de gemeente Leudal meldde op 13 en 14 mei 2012 aan de grond dan nog -5 à -4 graden. En het KNMI-weerstation Arcen registreerde vorig jaar op 12 en 13 mei 2019 aan de grond 0 tot -1 graden.

De IJsheiligen, zowel op de verkeerde als juiste data, zijn overigens ook geen 100% garantie dat het daarna niet meer vriest, maar de kans hierop wordt met de zomer in zicht uiteraard steeds kleiner.

Zo was het in Epen op 27 mei 1990 nog -1 graad en op 30 mei 1974 op veel plaatsen in Limburg ook -1 graad, en aan de grond ruim vijf graden vorst met grote vorstschade.

Hieronder de bijdrage die we geleverd hebben aan dagblad De Limburger van 9 mei 2020:

Bijdrage van Meteo Limburg aan artikel in het L-Magazine van de regionale krant De Limburger op 9 mei 2020

Bijdrage van Meteo Limburg aan artikel in het L-Magazine van de regionale krant De Limburger op 9 mei 2020

Bijdrage van Meteo Limburg aan artikel in het L-Magazine van de regionale krant De Limburger op 9 mei 2020