Kleiner neerslagtekort, maar wel lagere grondwaterstanden dan vorig jaar 

4 augustus- Volgens berekeningen van Meteo Limburg, op basis van 10 KNMI-neerslagstations met lange meetreeksen, is in Noord- en Midden-Limburg het zogenaamde doorlopend potentieel neerslagtekort dit jaar van 1 april tot en met 4 augustus opgelopen tot ongeveer 225 mm.

Dit betekent dat bijvoorbeeld het nu bruin verdorde gras vanaf 1 april 225 liter regenwater per vierkante meter te kort is gekomen om de hoge verdamping bij te benen, en optimaal te groeien.

Het doorlopend potentieel neerslagtekort of -overschot wordt verkregen door dagelijks het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping vanaf 1 april, het begin van het groeiseizoen. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd. Als er meer water verdampt dan er regen valt, is er een neerslagtekort.

Als er bijvoorbeeld op een dag 1 mm regen valt en de verdamping bedraagt 3 mm, dan is het neerslagtekort (t.o.v. de potentiƫle verdamping) op deze dag 2 mm. Als er de volgende dag 2 mm regen valt en de verdamping is 5 mm, dan was het tekort op deze dag 3 mm. Na twee dagen is het neerslagtekort dus 2+3=5 mm. Dit wordt gedurende het groeiseizoen dagelijks opgeteld.

Dit neerslagtekort is dus niet het tekort aan regen ten opzichte van normaal.

Grafiek: Doorlopend neerslagtekort Noord- en Midden-Limburg tot en met 4 augustus 2019, t.o.v. de extreem droge jaren 1947, 1959, 1976 en 2018

Vorig jaar was het doorlopend neerslagtekort op de Limburgse zandgronden begin augustus veel groter met bijna 300 mm, en dat was ook in 1976 het geval (ca. 250 mm). Het neerslagtekort is nu vergelijkbaar hoog als in 1959. In de beruchte zomers van 1947, 1959, 1976 en 2018 liepen de neerslagtekorten uiteindelijk in de zomer op tot ruim 300 mm.

Dat het neerslagtekort (dus t.o.v. de verdamping en niet t.o.v. normaal) tot dusver dit groeiseizoen vanaf 1 april lager is dan vorig jaar, ondanks twee hittegolven, komt oa door de koude meimaand met niet meer zonneschijn dan normaal. Hierdoor bleef de verdamping beperkt. Ook tijdens het eerste deel van juli was het niet extreem warm en zonnig, waardoor er geen extreem hoge verdamping was.

Ondanks een kleiner neerslagtekort dan vorig jaar zijn de grondwaterstanden op de meeste plaatsen inmiddels wel lager dan vorig jaar, doordat dit het tweede extreem droge groeiseizoen is.