20 november- door Thijs Zeelen
In de loop van volgende jaar is er in Noord-Limburg een nieuw automatisch weerstation (AWS) van het KNMI operationeel in het noorden van de gemeente Horst aan de Maas.
De naam van dit weerstation wordt KNMI-weerstation Horst en zal op termijn het KNMI-weerstation Arcen in de Maasduinen vervangen.
Het KNMI-weerstation Horst wordt medio 2025 opgenomen in het meetnet van totaal 34 automatische weerstations van het KNMI die op land in Nederland staan.
Daarvan staan er nog twee andere in Limburg: Ell bij Haler (metingen sinds 1999) en op het Zuid-Limburgse vliegveld bij Beek (metingen sinds 1946).
Het KNMI-weerstation Horst ligt op een schitterende locatie in het vrije veld, met rondom het meetterrein momenteel veel gras, tussen de meanderde Groote Molenbeek en de Lollebeek bij het buurtschap Hei-Oostenrijk.
Op 50 meter ten zuidwesten van het weerstation stroomt ook nog de kaarsrechte beek Diepe Leng.
Het weerstation ligt op 22 meter +NAP bijna in het dal van deze beek, en dat kan bij helder weer in de nachten voor extra lagere temperaturen zorgen.
De locatie voldoet aan de richtlijnen van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) die zijn gesteld aan weerstations om zo goed mogelijk kwalitatieve data te leveren voor de weersverwachting en klimaatonderzoek.
De meetopstelling op het KNMI-weerstation Horst is een kopie van de variabelen die op automatische weerstation (AWS) Arcen worden gemeten: windrichting en -snelheid op 10 meter hoogte, temperatuur op 1,5 meter en op 10 centimeter hoogte, zoninstraling en de neerslag.
Alleen verschilt de neerslagmeting ten opzichte van Arcen en ook Ell. Daar wordt gemeten met de zogenaamde Engelse opstelling, waarbij de neerslagmeter geplaatst is in een cirkelvormige ophoging van 40 cm boven maaiveld. In Horst is echter gekozen voor de zogenaamde OTT-opstelling van de neerslagmeter: https://cdn.knmi.nl/knmi/pdf/bibliotheek/knmipubTR/TR270.pdf
Dit is ook op het KNMI-weerstation op het Zuid-Limburgse vliegveld het geval. Deze manier van automatisch neerslag meten is goedkoper en gemakkelijker dan de Engelse opstelling i.v.m. graafwerkzaamheden en vergunningen.
Het zicht, de weersgesteldheid en de bewolking/wolkenhoogte wordt in Horst niet gemeten, wat wel in Ell en op vliegveld Beek gebeurt.
De locatie van het nieuwe Noord-Limburgse weerstation ligt niet het dichtst bij de bebouwde kom van Horst, want op slechts anderhalve kilometer ten westen-noordwesten van het weerstation ligt het dorp Castenray. Dat ligt in de gemeente Venray en de gemeentegrens wordt bij het weerstation gevormd door de Lollebeek, die op slechts 200 meter ten noorden van het nieuwe weerstation stroomt.
De bebouwde kom van Horst ligt 3 à 4 kilometer ten zuiden van het nieuwe weerstation, en ook de dorpen Meterik en Melderslo liggen op 3 à 4 kilometer van dit weerstation.
Net als Castenray ligt het Noord-Limburgse Mariadorp Tienray ook dichter dan Horst bij de nieuwe meetlocatie: op 2,5 kilometer afstand ten noordoosten-oosten van het weerstation. Bij een noordoostelijke wind wordt de lucht aangevoerd over de waterplassen van de zand- en grindwinningslocatie De Diepeling tussen Castenray en Tienray.
Omdat het perceel waarop het weerstation staat in de gegevens van het Kadaster is gekoppeld aan gemeente Horst aan de Maas wordt het weerstation Horst genoemd. Als de locatie 200 meter noordelijker was, ten noorden van Lollebeek, had het nieuwe Noord-Limburgse weerstation de naam Castenray gekregen.
Ruim tien jaar geleden dreigde het KNMI het enige Noord-Limburgse automatische weerstation Arcen te sluiten, maar dat ging gelukkig niet door: https://www.meteolimburg.nl/knmi-weerstation-arcen-blijft-bestaan
Het KNMI-weerstation Arcen ligt op vakantiepark Klein Vink en de metingen van temperatuur en straling werden in de loop der jaren steeds meer beïnvloed door een veranderende omgeving. Het weerstation ligt nu (te) beschut door groeiende bomenrijen en vakantiehuisjes en het ligt vlak bij een geasfalteerde weg.
Na 2016 heeft het KNMI nog vier locaties in Noord-Limburg onderzocht voor een nieuw automatisch weerstation ter vervanging van Arcen. De nieuwe locatie in de gemeente Horst aan de Maas is gekozen vanwege de eisen die gesteld wordt aan de ruimtelijke ordening. Zo moet de grond eigendom zijn van een Rijksinstantie om de continuïteit van de metingen te waarborgen. Dat is in dit geval Waterschap Limburg, en de aankondiging van het nieuwe KNMI-weerstation werd begin vorig jaar al bekend gemaakt in hun Waterblad.
Met de eigenaren van omliggende percelen rond het weerstation zijn afspraken gemaakt volgens de richtlijnen van WMO en het KNMI. Er mogen bijvoorbeeld binnen een straal van 25 meter geen gewassen of struiken komen te staan die hoger zijn dan 50 centimeter, en tussen 25 en 50 meter mogen gewassen of struiken niet hoger zijn dan anderhalve meter. Afhankelijk van de locatie van beregening en windrichting wordt bepaald of er wel of niet beregend mag worden, ook naar aanleiding van ervaringen rondom het KNMI-weerstation Ell. Daar gebeurde het op warme zomerdagen wel eens dat de gemeten temperatuur lager werd als gevolg van afkoeling door beregening: https://www.meteolimburg.nl/hitte-in-arcen-en-afkoeling-in-ell
De huidige metingen van weerstation Arcen worden door het KNMI zo goed mogelijk gecontroleerd en beoordeeld zodat de data zo betrouwbaar mogelijk blijven. Het KNMI blijft tot medio 2026 de data van weerstation Arcen ontvangen, om de metingen met weerstation Horst te kunnen vergelijken.
Dat is belangrijk, bijvoorbeeld om verschillen te begrijpen en voor toepassingen op het gebied van klimaatonderzoek. Het is met het verplaatsen van Arcen naar Horst voor het KNMI van belang dat er metingen blijven komen uit het oostelijk deel van Nederland in de buurt van de Maas. Door tijdelijk op beide weerstations te meten, komen eventuele verschillen boven water, en kunnen de twee reeksen mogelijk als een doorlopende reeks Arcen-Horst gebruikt worden.
Maar toch komt met de vervanging van weerstation Arcen door het bijna 10 km westelijker gelegen weerstation Horst een einde aan ruim 70 jaar officiële KNMI-metingen van de temperatuur, luchtvochtigheid, wind en zoninstraling in de Maasduinen aan de oostzijde van de Maas in de gemeente Venlo tussen Arcen en Venlo. De officiële handmatige metingen van de neerslag in Arcen en Venlo door waarnemers voor het KNMI gaan overigens gewoon door.
Verder is er vlak over de grens bij Arcen in Duitsland nog het weerstation van de Deutscher Wetterdienst (DWD) in Geldern-Walbeck.
Het automatische weerstation in Arcen is sinds 1 juli 1990 operationeel.
Daarvoor stond het KNMI-weerstation van Noord-Limburg in Venlo, aan de oostkant van de stad tegen de Groote Heide, en dat was toen nog géén automatisch weerstation.
Op dit klimatologische weerstation Venlo, dat in 1953 werd opgericht, werd op 21 april 1968 een maximumtemperatuur van maar liefst 32,2 graden gemeten. Dat is nog altijd officieel landelijk de hoogste temperatuur ooit in april gemeten.
In het verleden kwam Arcen vaak in het (weer)nieuws als warmste plaats van Nederland. Zo heeft het KNMI-weerstation Arcen nog altijd het landelijk warmterecord voor februari met 20,5 graden op 27 februari 2019.
Tijdens de zomermaanden scoorde Arcen vaak de hoogste temperatuur, maar dat werd bij zonnig weer en weinig wind vaak grotendeels door de beschutte ligging veroorzaakt.
Of op termijn het weerstation Horst ook vaak de hoogste temperaturen van ons land gaat meten, is afwachten. Dit nieuwe weerstation ligt (zoals het hoort) volledig in het vrije veld en in een (vaak) vochtig beekdal-landschap.
Maar Horst zal zonder meer vaker in de landelijke media genoemd worden en dus bekender worden.
En zo ziet de omgeving van het KNMI-weerstation Horst er uit in een filmpje: