Eind januari en begin oktober juist iets kouder geworden 

Sinds 1988 begin januari, tweede deel februari, lente en zomer sterkst opgewarmd 

In dit corona-jaar hebben we kennis genomen van de term “het nieuwe normaal”. Vanaf volgend jaar gelden er officieel ook nieuwe normalen wat betreft het weer.

Normaal is volgens het KNMI officieel het gemiddelde over dertig jaren. Voor eind december is normaal een maximumtemperatuur van 6 graden, en dat zijn dus de gemiddelde maxima eind december over dertig jaren.

Deze normalen, ook de temperaturen, worden om de tien jaar aangepast. Dit jaar geldt als laatste jaar als normaal het langjarige gemiddelde over het tijdvak 1981 t/m 2010. Volgend jaar wordt dit het gemiddelde over dertig jaren van 1991 t/m 2020.

Omdat sinds 1988 de jaren opvallend warmer zijn geworden, een soort klimaatsprong, hanteert Meteo Limburg in haar weerberichten en maand- en seizoenoverzichten al geruime tijd het langjarige gemiddelde vanaf 1988. De jaren 1981 t/m 1987 in het tijdvak 1981 t/m 2010 horen niet meer bij het “nieuwe” warmere klimaat.

De opwarming sinds 1988 blijkt niet in alle seizoenen gelijkmatig te zijn. Dat blijkt uit berekeningen van Meteo Limburg uit langjarige temperatuurmetingen van het KNMI-weerstation op de luchthaven bij Beek, als we iets meer dan dertig jaren vanaf 1988 vergelijken met ruim dertig jaren voor 1988.

Omdat er ook verschillen zijn per maand, hebben we gekeken naar decades: decade 1 zijn de data van 1 t/m 10 van de betreffende maand, decade 2 is 11 t/m 20 en decade 3 is 21 t/m de laatste dag van de maand.

In de grafiek is goed te zien dat het in vrijwel elke decade warmer is geworden.

De gemiddelde temperatuur, berekend over dag en nacht, is in de tweede decade van januari, dus 11 t/m 20 januari, van 1988 t/m 2020 maar liefst bijna drie graden hoger dan in de tweede januaridecade over ruim dertig jaren van 1955 t/m 1987.

Dit is voor deze tweede januaridecade de grootste opwarming.

Derde decade januari vaak winterweer 

Opvallend is dat de derde decade van januari sinds 1988 juist iets kouder is geworden dan in de periode voor 1988!

In dit deel van januari was het sinds 1988 in 1991, 1992, 1996, 1998, 2004 t/m 2006, 2009 t/m 2011, 2013, 2015, 2017 en 2019 duidelijk kouder dan normaal.

Statistisch was de kans op winterweer dus het grootst tijdens de laatste ruim tien januaridagen.

Grote delen winter flink opgewarmd 

Maar in het grootste deel van de winter was het duidelijk warmer dan voor 1988.

Begin januari en tijdens de tweede en derde decade van februari is het gemiddeld ruim twee graden warmer geworden.

Hele lente en zomer is warmer geworden 

Vrijwel de hele lente en zomer is ruim één graad warmer geworden.

Tijdens het eerste deel van maart was het gemiddeld bijna twee graden warmer, waardoor de natuur steeds vroeger is gaan uitlopen.

Eind april en eind mei is het maar liefst ongeveer 2,5 graad warmer geworden. Dit wordt mede veroorzaakt door veel zon en droogte.

In de zomer zien we dat het vooral tussen 20 juli en 10 augustus flink opgewarmd is met ruim twee graden. In 2019 resulteerde dit op 25 juli voor het eerst in 40 graden.

Geringe opwarming in september, begin oktober juist kouder 

De opwarming is in september niet zo groot als in de lente en zomer.

De eerste tien dagen van oktober zijn over ruim dertig jaar vanaf 1988 zelfs iets kouder geworden, ten opzichte van ruim dertig jaar van 1955 t/m 1987.

Daarna is het in oktober en het grootste deel van november weer ruim één graad warmer en dit geldt ook voor het tweede deel van december.