Nadat de lente van vorig jaar nog kurkdroog en zeer zonnig was, zie https://www.meteolimburg.nl/op-n-na-zonnigste-lente , was de lente van dit jaar nat en in Zuid-Limburg kouder dan normaal.
De zonneschijnduur lag in Limburg rond de normale waarde
De meeste neerslag in Limburg werd dit jaar in Epen opgevangen, met tijdens de drie lentemaanden van maart tot en met mei totaal 293 mm. Dat was ruim 100 mm meer dan normaal en maar liefst 200 mm meer dan in de lente van vorig jaar.
Het was daar de natste lente sinds 2006, toen in Epen 305 mm neerslag viel.
Elders viel hogerop in Zuid-Limburg op de meeste plaatsen 250 tot 270 mm.
Voor het KNMI-neerslagstation in Schaesberg was het met totaal 261 mm zelfs de natste lente in ruim zeventig jaar, sinds 1951 toen daar van maart tot en met mei totaal 268 mm terecht kwam.
Voor plaatsen als Beek, Schinnen en Ysselsteyn was het de natste lente sinds 1983 of 1984.
In Noord-Limburg viel tijdens de drie lentemaanden dit jaar meer dan 200 mm (normaal ruim 150 mm), en in grote delen van Midden-Limburg viel iets minder dan 200 mm.
Het droogst was Echt met totaal 177 mm, en voor normaal de droogste plaats van ons land is het langjarig gemiddelde in de lente 141 mm.
Halverwege mei sloeg het weer om en tot het einde van de maand bleef het droog, en bij een wind uit N tot NO was het zonnig.
De meteorologische lente was van maart tot en met mei in Zuid-Limburg gemiddeld iets kouder dan normaal.
Het gemiddelde over dag en nacht bedroeg op het KNMI-weerstation van de luchthaven bij Beek 9,9 graden, tegen een langjarig gemiddelde (1991-2020) van 10,2 graden.
Voor het laatst was de meteorologische lente van twee jaar geleden nog kouder dan dit jaar. In Noord- en Midden-Limburg was de lente thermisch gezien normaal.
Alleen tijdens de tweede helft van maart en tijdens de eerste helft van mei was het meestal, voor een langere perioden, warmer dan normaal.
Het aantal vorstdagen (minima onder nul op anderhalve meter hoogte) bedroeg tijdens de drie lentemaanden in Beek zoals vorig jaar 11 (normaal 9). Arcen kwam nog op 14 vorstdagen (normaal). De meeste vorstdagen waren voor maart en begin april, en gelukkig voor de fruitbloesem (ondanks de lage temperaturen) niet medio april waardoor pittige schadelijk nachtvorst uitbleef. Boven natte grond wordt het ook minder koud dan boven droge grond.
De koudste lentedag was woensdag 8 maart met maxima van slechts 2 graden. Er viel sneeuw van betekenis, waarvoor het KNMI voor Limburg weercode oranje uitgaf. Hogerop in het heuvelland kwam circa 10 centimeter sneeuw te liggen, en op de Vaalserberg/het Drielandenpunt was dat in de ochtend 15 centimeter.
Het aantal warme dagen met 20 graden en meer bedroeg in Beek 12 (normaal 18). Het KNMI-weerstation Arcen kwam nog op 17 warme lentedagen, en daar was 22 april de eerste warme dag van dit jaar met precies 20,0 graden.
Dat was ruim twee weken later dan normaal. Sinds de jaren negentig, toen de jaren opvallend warmer werden, viel de eerste warme dag gemiddeld op 6 april.
Voor de KNMI-weerstations Ell-Haler en Beek-luchthaven was 4 mei met 24 graden de eerste warme dag van dit jaar. Op het luchthavenplateau werd het voor het laatst ruim dertig jaar geleden nog later in de lente voor het eerst warm op 13 mei 1992.
Ook de eerste zomerse lentedag met 25 graden en meer liet lang op zich wachten. Op het KNMI-weerstation Arcen was dit op 22 mei met precies 25,0 graden het geval, en dat is daar een maand later dan normaal.
Voor het laatst was dat daar in 2009 nog later toen 24 mei de eerste zomerse dag van het jaar was. Twee jaar geleden was het daar al op 31 maart 2021 zomers warm.
Voor het Midden-Limburgse KNMI-weerstation Ell bij Haler was de laatste dag van de meteorologische lente met 25,8 graden de eerste zomerse dag, en tevens landelijk de hoogst gemeten lentetemperatuur.
Het KNMI-weerstation op het vliegveld bij Beek had in de lente van dit jaar geen enkele zomerse dag. Dat was daar voor het laatst in 2019 het geval toen 1 juni de eerste zomerse dag was.
De drie lentemaanden waren in zijn geheel in Noord- en Midden-Limburg iets zonniger dan normaal met 540 tot 550 zonuren (normaal 530).
Op het vliegveld bij Beek bleef het aantal zonuren van maart tot en met mei steken op 517 uur en dat was de laagste zonneschijnduur sinds 2016 (toen 480 zonuren).
De meteorologische lente van vorig jaar scoorde ruim 700 uur zonneschijn.
Dit jaar gaven maart en april minder zonuren dan normaal en mei was zonniger normaal.
De laatste lentemaand mei was thermisch bekeken een normale maand en was vorig jaar duidelijk warmer en in 2021 duidelijk kouder dan dit jaar.
De zonneschijnduur was met 245 tot ruim 260 uur ongeveer veertig uur zonniger dan normaal.
Er viel in deze maand vrijwel overal in Limburg iets minder regen dan normaal. Alleen in de regio Eijsden en ook in Epen viel iets meer regen dan normaal, en Epen was de natste plaats van Limburg.
In de tweede helft van mei werd het voor een langdurige periode droog.
Hierdoor en door de toenemende verdamping tijdens het zonnige weer is het grondwater op een meetpunt van Meteo Limburg op de grens van Noord- en Midden-Limburg (zandgrond) in de laatste week van mei flink gedaald met 15 cm.
Maar door de natte lente stond het grondwater op 31 mei daar toch nog 20 cm hoger dan op 31 mei 2022, en ook hoger dan eind mei in de voorgaande jaren.