Vergelijkbaar met 2011 en hoger dan 1976 en afgelopen twee jaren 

Recordhoog neerslagtekort half mei 

15 mei - Volgens berekeningen van Meteo Limburg, op basis van 10 KNMI-neerslagstations in Noord- en Midden-Limburg op de droogste zandgronden, is het zogenaamde doorlopend potentieel neerslagtekort t.o.v. de verdamping dit jaar van 1 april tot en met half mei opgelopen tot ongeveer 115 mm.

Dit betekent dat gras vanaf 1 april ruim 115 liter regenwater per vierkante meter te kort is gekomen om de hoge verdamping bij te benen, en optimaal te groeien.

Na de Tweede Wereldoorlog is dit tekort voor half mei recordhoog, alleen het jaar 2011 kwam in de buurt.

Doorlopend neerslagtekort Noord- en Midden-Limburg in het begin van het groeiseizoen in 1976, 2007, 2011, 2018, 2019 en 2020

In de grafiek is te zien dat het neerslagtekort nu iets hoger is dan 2011, toen de lente extreem droog en recordzonnig was.

Na een recordwarme april 2007, die 0 mm regen gaf, was het neerslagtekort begin mei nog iets hoger dan dit jaar, maar door regenval in mei 2007 daalde het neerslagtekort.

Dat gebeurde in 2011 ook in juni en dat werd het begin van een zeer natte zomer. Zo viel in de Roerstreek van juni tot en met augustus 2011 ruim 400 mm regen.

Mocht de regenval dit jaar in de komende zomer uitblijven, dat gaat het neerslagtekort oplopen tot ongekend hoge waarden. In de loop van de beruchte droge zomers van 1947, 1959, 1976 en 2018 kwam het doorlopend (cumulatief) neerslagtekort uit op meer dan 300 mm.

Momenteel is het neerslagtekort dus al hoger dan in die beruchte droge jaren. Het beruchte droge jaar 1976 staat op de derde plaats, en het neerslagtekort is nu al drie keer hoger dan in 2018 half mei.

Berekening neerslagtekort  

Het doorlopend potentieel neerslagtekort of -overschot wordt verkregen door dagelijks het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping vanaf 1 april, het begin van het groeiseizoen. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd. Als er meer water verdampt dan er regen valt, is er een neerslagtekort.

Als er bijvoorbeeld op een dag 1 mm regen valt en de verdamping bedraagt 3 mm, dan is het neerslagtekort (t.o.v. de potentiƫle verdamping) op deze dag 2 mm. Als er de volgende dag 2 mm regen valt en de verdamping is 5 mm, dan was het tekort op deze dag 3 mm. Na twee dagen is het neerslagtekort dus 2+3=5 mm. Dit wordt gedurende het groeiseizoen dagelijks opgeteld.

Dit neerslagtekort is dus niet het tekort aan regen ten opzichte van normaal. Het neerslagtekort in dit artikel houdt rekening met de verdamping en is een betere graadmeter voor de droogte.

Grondwaterstanden 

De grondwaterstanden zijn door de huidige droogte weer gedaald, nadat ze op niveau waren gekomen half maart: https://www.meteolimburg.nl/zes-recorddroge-weken-na-zes-recordnatte-weken

Op een grondwatermeetpunt van Meteo Limburg blijkt dat het grondwater van begin februari tot half maart snel steeg met ongeveer een halve meter, maar is daarna in twee maanden tijd alweer met ongeveer een halve meter gedaald tot op een niveau dat vaak gebruikelijk is voor de zomer.

Volgens het Waterschap Limburg staat het grondwater half mei gemiddeld alweer een halve meter onder peil.

Het huidige recordhoge neerslagtekort zegt veel over de extreme vroege droogte. Voor gewassen en gras die ondiep wortelen, die ook pas gezaaid of geplant zijn, maakt het op bijvoorbeeld hoge zandgronden helemaal niet uit of het diepe grondwater nu wel of niet op peil is. De wortels komen niet tot het grondwater en de capillaire opstijging van het grondwater door dergelijke droge gronden is er niet of nauwelijks.

Dat grondwater moet nu al massaal worden opgepompd door onze boeren en tuinders: grondwater dat ze in de winterperiode met bijvoorbeeld stuwtjes en peilgestuurde drainage, mooi hebben vastgehouden.