Spaanse lente in Limburg: extreem hoge zonneschijnduur normaal voor delen van Zuid-Spanje (Andalusië) 

Recordzonnige lente in Limburg 

31 mei - De meteorologische lente van 1 maart tot en met 31 mei was in Limburg de zonnigste sinds het begin van de metingen.

De zonneschijnduur over deze drie lentemaanden is in de regio Maastricht-Beek, waar al meer dan honderd jaar de zonneschijnduur wordt gemeten, uitgekomen op maar liefst 786 uur (normaal 525 uur).

Op het KNMI-weerstation Ell-Haler bedroeg de zonneschijnduur 793 uur.

Het is deze lente in Limburg zelfs iets zonniger dan wat normaal is voor steden in Andalusië als Sevilla, Malaga en Valencia. Almeria en Cadiz kennen in de lente normaal 790 zonuren, en Huelva in het uiterste zuiden van Andalusië 780 zonuren.

Tot dit jaar was de lente van 2011 recordzonnig toen het KNMI-weerstation op de Zuid-Limburgse luchthaven 703 uur zonneschijn klokte.

Lente 2020 zelfs iets zonniger dan de afgelopen twee zomers, alleen in 1947 en 1976 zomers zonniger dan lente 2020 

De lente van lente 2020 was zelfs iets zonniger dan de afgelopen twee zomers! In de zomers van 2018 en 2019 bedroeg in Beek de zonneschijnduur van juni tot en met augustus 768 en resp. 772 uur.

Slechts twee seizoenen, zomers, waren in de regio Beek-Maastricht zonniger dan de lente van 2020: de zomers van 1947 en 1976 met 789 resp. 790 uur zonneschijn.

In 1976 en 2018 in 92 dagen 814 zonuren 

De seizoenen worden in de klimatologie ingedeeld per drie volle maanden, hetgeen natuurlijk arbitrair is. De lente van maart tot en met mei duurt 92 dagen. Kijk je naar willekeurige perioden van 92 dagen, dan blijkt ook hoe bijzonder extreem zonnig de huidige lente is.

Niet in de lente, maar alleen de zomers van 1947, 1959, 1976, 2003 en 2018 kenden perioden van 92 dagen met circa 780 zonuren en meer.

Het record voor Beek-luchthaven is 814 uur zonneschijn over 92 dagen van 9 april t/m 9 juli 1976 en van 4 mei t/m 3 augustus 2018.

Recordhoog neerslagtekort eind mei 

Volgens berekeningen van Meteo Limburg, op basis van 10 KNMI-neerslagstations in Noord- en Midden-Limburg op de droogste zandgronden, is het zogenaamde doorlopend potentieel neerslagtekort t.o.v. de verdamping dit jaar van 1 april tot en met 31 mei opgelopen tot ongeveer 175 mm.

Dit betekent dat gras vanaf 1 april ongeveer 175 liter regenwater per vierkante meter te kort is gekomen om de hoge potentiële verdamping bij te benen, en dus optimaal te groeien.

Na de Tweede Wereldoorlog was tot dit jaar het neerslagtekort in 2011 recordhoog, maar toen ging het in de zomer veel regenen.

De grafieken laten het verloop van het neerslagtekort van andere jaren zien die eind mei een neerslagtekort hadden van 100 mm en meer. In 1976 en 2017 bleef het neerslagtekort flink oplopen. De afgelopen twee jaren en in de beruchte droge jaren 1947 en 1959 bedroeg het neerslagtekort eind mei 70 tot 80 mm.

 

Het doorlopend potentieel neerslagtekort of -overschot wordt verkregen door dagelijks het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping vanaf 1 april, het begin van het groeiseizoen. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd. Als er meer water verdampt dan er regen valt, is er een neerslagtekort.

Als er bijvoorbeeld op een dag 1 mm regen valt en de verdamping bedraagt 3 mm, dan is het neerslagtekort (t.o.v. de potentiële verdamping) op deze dag 2 mm. Als er de volgende dag 2 mm regen valt en de verdamping is 5 mm, dan was het tekort op deze dag 3 mm. Na twee dagen is het neerslagtekort dus 2+3=5 mm. Dit wordt gedurende het groeiseizoen dagelijks opgeteld.

Lente iets warmer dan normaal, maar niet mei 

De meteorologische lente van 2020 was gemiddeld over dag en nacht ruim een halve graad warmer dan normaal. De warmste lentedagen waren 21 mei, hemelvaartsdag https://www.meteolimburg.nl/hemelvaart2020op-drie-na-warmstehemelvaartsdag en 22 mei met 28 graden.

Maart was iets warmer dan normaal, maar boven de droge grond kwam het op 30 maart tot pittige nachtvorst: -4 tot 6 graden en aan de grond was het kouder.

April was de op-vier-na warmste grasmaand.

Op het KNMI-weerstation Beek bedroeg de gemiddelde maandtemperatuur in mei 13,7 graden: één tiende graad onder het langjarig gemiddelde. De ijsheiligen brachten in deze bloeimaand nachtvorst: https://www.meteolimburg.nl/ijsheiligen-brengen-dit-jaar-koud-weer

Op-één-na zonnigste mei 

De zonneschijnduur bedroeg in de regio Beek-Maastricht in mei 2020 maar liefst ongeveer 310 uur: ruim honderd zonuren meer dan normaal. Over de afgelopen honderd jaren was daar slechts één meimaand zonniger: mei 1989 met totaal 322 uur zonneschijn. Mei 1990 bezorgde deze regio 290 en mei 2018 285 zonuren.

Mei in delen Noord-Limburg alleen in 1989 droger 

In mei viel de minste regen in delen van Noord-Limburg met 8 tot 10 mm. Alleen in de recordzonnige mei van 1989 was het daar vergelijkbaar droog of iets droger, zoals in Ysselsteyn: mei 2020 9 mm en mei 1989 totaal 5 mm regen.

De lente van 2020 is niet recorddroog geworden en dat kwam door de veel regen tijdens de eerste helft van maart: https://www.meteolimburg.nl/recordnatte-periode-zuid-limburg-in-maart

Na een recordnatte periode werd het vanaf half maart dus opeens recorddroog:

https://www.meteolimburg.nl/zes-recorddroge-weken-na-zes-recordnatte-weken

Afwijking van de temperatuur in Europa t.o.v. normaal in mei 2020

Afwijking van de neerslag in Europa t.o.v. normaal in mei 2020

Afwijking van de temperatuur in Europa t.o.v. normaal in de lente van 2020

Afwijking van de neerslag in Europa t.o.v. normaal in de lente van 2020